Vogelgriep

Het vogelgriepseizoen heeft nog nooit zo lang geduurd en het aantal uitbraken blijft toenemen. Wilde vogels zoals watervogels, pluimvee, kustvogels, maar ook roofvogels die leven van besmette vogels, worden ziek. In Nederland komt vogelgriep al bijna twintig jaar voor, maar deze uitbraak (sinds vorig najaar) is de grootste ooit in Europa. Normaal gesproken brengen de trekvogels het virus in oktober mee en bij hun vertrek in april verdwijnt het virus weer, maar nu zijn ook wilde vogels besmet die hier in de zomer blijven. Nu de trekvogels weer neerstrijken in Nederland wordt het spannend of er een nieuwe variant komt.  

In de vrije natuur is bijzonder weinig te doen tegen de vogelgriep, behalve dat dode vogels zo snel mogelijk weggehaald moeten worden. De hoop is dat door natuurlijke selectie veel soorten vogels de uitbraken uiteindelijk te boven zullen komen. Het deel van de populatie dat immuun is, is in het voordeel ten opzichte van dat deel dat sterft. Zo kan een populatie zich op termijn mogelijk herstellen. Dit geldt helaas niet voor het pluimvee dat al (preventief) geruimd is op verschillende bedrijven, overgebleven bedrijven moeten wachten op een vaccin.

Vogels met vogelgriep vallen op doordat ze ongecontroleerde bewegingen maken, zoals knikken met de kop of rondjes draaien. Ook versufte vogels die tam lijken omdat ze van dichtbij te benaderen zijn, zijn mogelijk geïnfecteerd. Raak de vogels uit voorzorg niet aan! Het oprapen van dode vogels waarvan de doodsoorzaak niet duidelijk is, kan gevaarlijk zijn. Aan dode vogels kun je namelijk niet zien of ze besmet zijn. Als er drie of meer dode vogels vlak bij elkaar liggen, dan kunnen deze worden gemeld bij het Landelijk Meldpunt Dierziekten van de NVWA via telefoonnummer 045-546 31 88.